‘De Geest doorbreekt de grenzen’. Deze woorden uit het tweede couplet van het Opwekkingslied ‘Samen in de naam van Jezus‘ vormden het thema van de jaarlijkse bijeenkomst van de Kohlbruggevrienden, die doorgaans op een zaterdag in de voorzomer plaatsvindt. Op 25 mei 2024 trokken we opnieuw naar de ‘vrijstad’ Vianen om in de Grote Kerk ’s middags twee godsdienstige onderwerpen te bespreken en het contact met elkaar te onderhouden.
Een stabiel aantal mensen, ditmaal was er een lichte groei, voegde zich in een sfeer die als informatief en verrijkend kan worden geduid. Het is een bindingsmoment in de Vriendenkring, zo ken je elkaar. De opbouw van het programma verliep zoals gehoopt. Aan het begin de memorie van de ontslapenen. En tussen de beide lezingen, ze besloegen elk drie kwartier, was er een half uur pauze voor bezinning, ontmoeting en lafenis in een gezellige sfeer. Ook was er aandacht voor uitgestalde lectuur. Het echtpaar (Rien en Maria) Molenaar uit Rouveen verzorgde het antiquariaat; het zou fijn zijn wanneer het voor hen volgend jaar opnieuw mogelijk is. En de kijk op nieuwe literatuur werd verzorgd door dhr. H. (Henk) Koppejan namens Boekhandel Smit uit Gouda. Ook hij deed goede zaken. Organist P.W. (Piet) van de Wege begeleidde de zang en speelde diverse melodieën bij wijze van intermezzo. Vrijwilligers en ambtsdragers van de kerkelijke gemeente zorgden voor de koffie en thee (die werd aangeboden) en ze regelden ook de weergave en uitzending van het programma. Voor de pauze was er onder het zingen van het lied ‘Roep uit aan alle stranden het evangeliewoord’ de collecte die ditmaal € 417,60 opbracht; het bedrag zal inmiddels door overmakingen zijn aangevuld. Ds. H. (Henk) Ottema uit Achterberg leidde het programma vanachter de liturgietafel, waar het antependium in de kleur van het kerkelijk jaar hing. Zijn voorlezing uit Handelingen 1:4-8 over de belofte van de Geest en het getuigenis in de zending sloot aan bij de pinksterweek. Voor het gebed werden de coupletten 4 en 11 van Psalm 72 (berijming 1773) gezongen. Staande volgde de indrukwekkende herdenking van de ontslapenen, voor zover hun namen aan het bestuur waren bekendgemaakt. Na een moment van stilte klonken de verzen 1 en 4 uit Gezang 112 (NHB) ‘Een naam is onze hope, een grond heeft Christus’ Kerk’.
Sprekers op deze middag waren dr. B.J. (Bart Jan) Spruyt (historicus en docent kerkgeschiedenis aan het Hersteld Hervormd Seminarie) en ds. dr. H. (Huib) Klink (predikant te Hoornaar, redacteur van dit blad en voorzitter van de Vriendenstichting). Het thema van de lezing van dr. Spruyt was ‘Kohlbrugge en zijn internationale contacten’. Dr. Klink hield een referaat over ‘Alexander Men’.
Dr. Spruyt schetste Kohlbrugge als een godgeleerde die in Nederland niet welkom was en dominee werd in een kleine gemeente in Duitsland. Toch was zijn actieradius niet beperkt. Hij legde contacten in Bohemen en Moravië (nu Tsjechië), delen van het toenmalige rooms-katholieke Oostenrijkse keizerrijk, waar al vroeg een reformatie was begonnen. Denk hierbij aan Jan Hus (die als ketter werd verbrand) en de Hernhutter Broedergemeente (die zich later in Zeist vestigde). Kohlbrugge maakte met schoonzoon Böhl in oktober 1864 een reis naar die landstreken. Ze konden elkaars spreektaal niet verstaan, maar wel de geloofstaal. Het raakte hem hoe men er de volgzaamheid en liefde bewaard had na eeuwen van achterstelling en vervolging, waarin de gemeenten verstrooid en verzwakt waren. Na terugkeer stelde Kohlbrugge dat de reis aanleiding gaf om zijn preken over te zetten in een postille in hun taal, ook om de armoede te lenigen en in de geest van de Poolse Johannes à Lasco een kerkorde en formulieren te initiëren die net als in de Palts op de gereformeerde belijdenis zouden zijn gestoeld. Er kwam een tegenbezoek in Elberfeld. Het contact leidde tot een opleving in de Boheemse kerk in de negentiende eeuw. Ook bracht de geestelijke, morele en financiële steun wederkerigheid en wisselwerking. Kohlbrugge had de Boheemse invloed naar Nederland gebracht. Men begon Johannes Hus te lezen. Tsjechische preken werden in het Nederlands vertaald en in het ‘Amsterdamsch Zondagsblad’ van de predikanten Eijkman en Lütge verschenen artikelen. Ook is later steun gegeven aan de protestantse theologisch faculteit van de Praagse Karelsuniversiteit. De Geest doorbrak grenzen en zorgde voor doorwerking van het getuigenis.
Dr. Klink haalde in zijn referaat na eerder Pavel Florensky opnieuw een onbekend persoon naar voren: de Russisch-orthodoxe theoloog en priester Alexander Men. Op het beeldscherm werden foto’s getoond uit zijn leven dat zich afspeelde tussen 1935 en 1990. Van Joodse komaf werd hij in het geheim gedoopt, op aandringen van zijn moeder die christen was geworden. De priester die hem het sacrament toediende, moet bij die gelegenheid Simeonswoorden hebben gesproken: deze jongen zou veel mensen tot Christus brengen. Van jongs af aan leidde hij een ingekeerd en spiritueel leven. Ondanks verdrukking ademde hij in een onbevangen en aansprekend geloof. De Russische orthodoxie weet krachtig haar liturgie en riten te bewaren, maar heeft een nationalistisch karakter waarin het eigen verleden wordt verheerlijkt. Alexander Men, die breed onderlegd was en in verschillende disciplines als een geleerde gold, sprak juist vanuit zijn pastorale inslag een persoonlijke boodschap. Hij wilde God voelbaar maken voor het hart dat honger heeft. Hij schaamde zich niet voor het getuigenis dat in de levende Christus het beste van de wereldgodsdiensten te tasten is. Net als toen vragen mensen ook nu naar waarheidsbeleving. Hij gaf levensbrood in voordrachten achter de katheder en had uitstraling in mediaprogramma’s. Voor en na de val van het communisme was hij een vraagbaak en inspirerend figuur voor veel zoekende jonge mensen. Op brute wijze kwam er een einde aan zijn leven. Het werd niet duidelijk wie hem heeft omgebracht, maar de priester en vooral de mens Alexander Men spreekt nadat hij gestorven is. Hij is er een voorbeeld van hoe de Geest van God mensen naar de schatten van Christus leidt. De tekst van de beide referaten verschijnt straks in Ecclesia. En wie de conferentie wil nazien op Internet kan naar https://www.ecclesianet.nl/posts/livestream-conferentie-25-mei-2024 of https://www.youtube.com/watch?v=sef3w0-ob4g gaan.
In de slotfase van de conferentie was er gelegenheid tot het stellen van vragen aan de sprekers. Waarom is het huidige Tsjechië na vroegere Boheemse opleving zo geseculariseerd? Het geloofsleven heeft door het communisme, dat initiatieven afsloeg en door de latere economische bloei door de verleiding van het kapitalisme veel te verduren gehad. Stilte en rust voor de geloofsoverdracht zijn er dan niet. Zelf ervaren we in de Westerse cultuur ook een kerkelijk-godsdienstige achteruitgang of teloorgang. Bij Alexander Men zouden we bijna de vraag stellen hoe deze Rus zich zou verhouden tot het Rusland van nu. Heeft hij de theologie van Kohlbrugge gekend? Dat zou zomaar kunnen, want er is wel geloofsverwantschap. Het is ook voor nu belangrijk om met het authentieke van het evangelie paraat te staan, misschien is het nog lang wachten totdat de tijd en cultuur rijp zijn om gedegen antwoorden te ontvangen. Zelf oprecht gelovig zijn, standvastig bij de beloften en opdrachten blijven en je rekenschap geven van het feit dat reacties soms heel afwijzend kunnen zijn.
Na het dankgebed door de voorzitter werden drie coupletten gezongen van ‘Wees blij te allen tijde, verheug u in de Heer’, een Schriftberijming van Filippenzen 4:4-9 die was getoonzet op de Augsburgse melodie van het liedboekgezang ‘Is God de Heer maar voor mij’. Een geslaagde conferentiemiddag is voorbij, met dank aan alle medewerkers, bezoekers en volgers. De vriendenkring van Kohlbrugge, die zich concentreert op de geestelijke erfenis van de Elberfeldse theoloog die de rechtvaardiging van de goddeloze leert, heeft nog steeds zijn plaats in de samenleving. En de waarde van zijn gedachtegoed wordt vergroot wanneer telkens ook met hem verwante onderwerpen aan de orde komen.
Emeritus predikant
Ds. B. Weegink
"Dr. B.H. Weegink"