Psychiatrie en geloof

Onlangs verbleef ik enkele dagen in Italië. In een van de boekhandels waar ik graag kom kocht ik een boek van Valerio Albisetti met de titel Vincere nelle sfide: Overwinnen in problematische situaties.

Op de achterkant van het boek las ik dat Valerio Albisetti in Italië een bekende psychiater en schrijver is. Veel boeken staan op zijn naam. Hij is gepensioneerd en ziet het als zijn roeping, nu hij meer dan voorheen de tijd heeft, te publiceren. De titels van zijn werken geven aan waarover en spreken voor zich: Het leven, de kwetsbaarheid van het hart; Woorden om te genezen (2015); Voor altijd wedergeboren – hoe door verdriet te komen (2019). Benieuwd sloeg ik het boek open en las erin. Het trof me dat hij zich van meet af aan richt tot jonge mensen en hen advies geeft over hoe in het leven te staan. Wat me vooral opviel is dat hij het belang onderstreept van spiritualiteit, van het ‘geestelijk-zijn’ ofwel daarvan dat de men de blik naar boven heeft en houdt.

In één van de hoofdstukken gaat hij in op de Bergrede. Heel persoonlijk vertelt hij wat de Zaligsprekingen (Mattheus 5: 1 – 12) voor hem betekenen en welke heilzame uitwerking ze hebben in het leven van elke dag.

De Zaligsprekingen

Onder de Zaligsprekingen verstaan we de negen woorden die Jezus sprak ten aanhoren van de menigte die in Galilea samengestroomd was om naar Hem te luisteren, niet lang nadat Hij in de Jordaan gedoopt was en zijn roeping had aanvaard. Jezus ging een heuvel op, gaat daar zitten en opent zijn mond. Het eerste woord dat Hij spreekt is ‘makarios’, ‘gelukkig’ of beter nog: ‘zalig!’. Als een refrein klinkt het keer op keer: ‘zalig bent u!’ Waarom zijn de mensen die Hij voor zich ziet zalig? Het is om hetgeen waarmee Hij hen in aanraking brengt: het Koninkrijk der hemelen.

We zien het voor ons. Vrouwen, mannen, kinderen en ouderen stonden te luisteren, hongerig naar wat Hij naar voren bracht. Iets nieuws brak door op aarde met Jezus en om Jezus heen. Het Koninkrijk der hemelen begon rondom Hem op te lichten en door te schemeren.

Wie noemt Hij zalig? Het zijn de armen van geest, zij die dit beseffen en die aanvoelen hoezeer ze op genade zijn aangewezen om in dit Koninkrijk te komen en in het licht van dit Koninkrijk te leven. Jezus zegt: juist voor hen die dit gewaar worden is het Koninkrijk der hemelen bestemd.

‘Zalig die treuren, zij zullen vertroost worden.’ Het gehoor van Jezus heeft iets van het Koninkrijk der hemelen gezien. Dat heeft effect op hoe zij in het leven staan. Ze treuren omdat ze de afstand voelen tussen het Koninkrijk dat in Christus naar voren komt en hun leven. Ze worden arm van geest omdat ze beseffen dat ze aangewezen zijn op genade.

‘Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven’, zegt Christus. Hoe komt het dat zij zachtmoedig zijn? Het is omdat zij in twee werkelijkheden leven. Ze leven met de werkelijkheid van dáár (de hemel) in de werkelijkheid van hier. Ze leven híer op aarde met wat zich hier voordoet, terwijl het zwaartepunt van hun leven ginds is, in de werkelijkheid van de hemel, die zich in en om Jezus aandient. Door de werkelijkheid raakt hen in hun hart. Daardoor zijn ze niet meer zo bezig met de dingen van hier, alsof hun hele geluk afhankelijk is van wat hier gebeurt en van wat zich hier voordoet. Door de werkelijkheid van God komen de dingen van deze wereld minder scherp binnen, kijken ze anders aan tegen de wereld en de mensen dan voorheen: alles komt in een milder licht te staan.

Zalig zijn de barmhartigen, aan hen zal barmhartigheid worden bewezen.’ Iets van de liefde van God wordt zichtbaar rond Christus. Wat God hen niet wil geven! Eeuwig leven! Daardoor krijgen ze mededogen met degenen die verstoken van dit licht en zich daar niet op oriënteren. Ze zien de armoede in van een dergelijk bestaan, dat ze ooit zelf ook leidden.

‘Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, zij zullen verzadigd worden.’ Johann Georg Hamann heeft deze zaligspreking als volgt verwoord: ‘Zalig die heimwee hebben, zij zullen thuis komen.’ De glorie van het Koninkrijk der hemelen wekt heimwee op – men krijgt honger en dorst naar de gerechtigheid die bij God is en die van God uitgaat. Deze honger vertaalt zich in heimwee. Jezus belooft: u zult thuis komen.

‘Zalig de reinen van hart, zij zullen God zien.’ Wie aangeraakt wordt door het licht van God, richt zich daarnaar. Waar men voorheen op uit was en vol van was, wat vertroebelde, moet worden weggedaan. God is rein. Wie kan bij God horen zonder rein te zijn? In de reinheid ligt zaligheid, geluk, vrede. ‘Wees heilig, want Ik ben heilig!’

Bij God is heil – en vrede. ‘Zalig zijn die vrede stichten, zij zullen Gods kinderen genoemd worden.’ Degenen die vrede stichten zijn niet uit op gekrakeel en onmin, maar verspreiden iets van de vrede, die de hemel eigen is. Tot hun verwondering beseffen ze dat zij kinderen van God zijn, die de ‘God des vredes’ is. De apostel Paulus zei: ‘De God des vredes zij met U’. God is uit op vrede met de mens. Deze ‘wens’ van God schemert door in Jezus’ eerste optreden. Zal degene die op die wens ingaat, niet in vrede leven met God en zo ook met de naaste?

In de wereldliteratuur

In de wereldliteratuur zijn tal van grote werken geschreven die uitdrukking geven aan wat Jezus zegt. Zo schildert Dostojewski (1821 – 1881) in zijn boek De gebroeders Karamazovde figuur van starets Zosima, een oude monnik die in zijn laatste dagen zijn leerlingen meerdere levenslessen meegeeft. Hij vertelt over zijn broer die op vrij jonge leeftijd stierf. Hij had een wild leven geleid, maar werd getroffen door God en veranderde. Hij had God lief gekregen en zo ook de mensen om hem heen en de schepping. Op zijn sterfbed gaf hij hoog op van wat hem te wachten stond. Starets Zosima vertelt, nu hij zelf oud is geworden en gaat sterven, over wat er in hem omgaat: ‘Ik zegen iedere dag de opkomst van de zon en als vroeger is mijn hart vol vreugde, maar ik houd toch meer van de zonsondergang, van zijn lange schuine stralen en van de verstilde, tedere herinneringen die dan komen, geliefde beelden uit mijn hele lange en gezegende leven met boven dat alles Gods waarheid, zijn tedere, verzoenende en vergevende waarheid! Er komt nu een einde aan mijn leven, dat weet ik en voel ik, maar tegelijk ervaar ik ook iedere dag dat ik nog leef dat mijn aards bestaan al aan het nieuwe leven raakt, het eindeloze, onbekende, maar al zo dichtbije leven waarvan het voorgevoel mijn ziel doet trillen van geestdrift, mij van vreugde doet schreien en mijn verstand verlicht.’

Eén van zijn levenslessen luidt: ‘Als u ooit voor een dilemma komt te staan en twee reacties op wat u beleeft, dringen zich aan u op: boos worden of mild zijn – kies dan áltijd voor het laatste!’

Een ander voorbeeld zijn de Belijdenissen van Augustinus (354 – 430), waarin hij vertelt over zijn moeder Monica. Ze was een christin. Augustinus vertelt hoe ze omging met zijn ongemakkelijke, opvliegende vader. Door haar houding wist ze te voorkomen dat dingen uit de hand liepen en herstelde ze de vrede. Als er in haar omgeving onenigheid was, had ze de gewoonte om de ruziemakers te bezoeken en de dingen te sussen. De één wees ze op de goede dingen van de ander en de ander op de goede dingen van de één. Haar invloed op haar omgeving was groot. Ze won het hart van bisschop Ambrosius in Milaan. Ze volgde haar zoon die in het leven zijn weg niet kon vinden, van God afdwaalde, verteerd werd door twijfel en ambitie, totdat hij het geloof weer terugvond, het geloof dat zijn moeder representeerde.

Zoals gezegd: de wereldliteratuur illustreert het realiteitsgehalte van de Zaligsprekingen, die voor Albisetti van grote betekenis zijn.

Bijzonder?

De in Italië gerenommeerde psychiater vraagt voluit aandacht voor het belang van de geestelijke dimensie in ons leven en verwijst daarbij zonder omwegen op onder meer de Zaligsprekingen. Hoe bijzonder dit voor ons in Nederland ook is, in Italië wekt het veel minder verwondering. Voor zover ik kan nagaan komt dit voor in alle boeken van de meest gelezen psychologen en psychiaters, die ook door neutrale uitgeverijen worden uitgegeven en in hun boekhandels worden verkocht. Behalve Albisetti noem ik Massimo Recalcati en Eugenio Borgna.

Recalcati is een groot kenner van Freud en de Franse psychiater Lacan. Zonder alles wat hij schrijft voor mijn rekening neem, verwijs ik naar een boek over de huidige veelal verweesde jeugd, waarin hij bladzijdenlang ingaat op het betekenisvolle van Jezus’ uitspraak ‘Laat de doden hun doden begraven, volg gij Mij![i] En dan Borgna, die als psychiater jarenlang werkzaam was in Novara. Borgna is zich in de omgang met zijn patiënten er voortdurend van bewust dat hij het hart van de ander moet zien te raken, wil deze zijn innerlijke kracht hervinden en vooral dat dit alleen mogelijk is als hij de ander barmhartigheid, hoop en uitzicht geeft. Alleen door de band naar boven wordt iemands innerlijk werkelijk versterkt. Dit kan de psychiater alleen bereiken als hij zélf op een authentieke manier de band naar boven openhoudt en daar in zijn woorden en houding uitdrukking aan geeft. Van grote betekenis is wat hij uitstraalt: kan hij in wanhopig schijnende situaties een hoop tot gelding brengen die boven het leven uitgaat en die het leven toch omvat? In dat licht citeert hij op bijna elke bladzijde grote (vaak christelijke) dichters en schrijvers uit de wereldliteratuur (zoals Dante) en de Bijbel.

‘Zich versterken in God’

Wie Borgna’s boeken leest en ook in de Bijbel thuis is, herinnert zich een bijbeltekst over David.[ii] Als David in zijn jonge jaren, achtervolgd door Saul, in het land van de Filistijnen zijn toevlucht heeft gezocht, keert hij na enige tijd afwezig te zijn geweest met zijn manschappen naar Ziklag, de stad die de Filistijnen hem hebben toegewezen. De stad blijkt overvallen en geplunderd te zijn door vijanden, die op strooptocht waren. Ze hadden Ziklag verwoest en de vrouwen en kinderen weggevoerd. Dat geldt ook van de vrouwen en kinderen van zijn manschappen, die zich tot overmaat van ramp tegen hem keren en de schuld voor de misère bij hem neerleggen. In welk een situatie bevindt hij zich! Hij is verstoten uit zijn eigen land en beroofd van alles en bovendien zijn leven niet zeker, door de dreigende houding van uitgerekend hen die zich bij hem hadden aangesloten! Wat moet hij? Er blijft hem niets over dan het gebed. En dán staat er: ‘En David versterkte zich in de Here, zijn God.’ Door de weg naar boven te zoeken, kreeg hij krácht, in zijn innerlijk en was hij opgewassen tegen ook deze situatie. Precies dát laten Borgna en Albisetti zien. Door het contact met God krijgt iemand houvast aan een rijk dat hierbóven is. Zonder deze dimensie kan de mens niet leven, heeft hij geen verweer tegen de lotgevallen van het leven. Wat er van David geworden was als hij zich niet had ‘versterkt’ in God, laat zich gemakkelijk raden. Hij zou hebben kunnen wegzinken in het moeras van moedeloosheid. Hij zou gefrustreerd hebben kunnen worden, niet in het minst door de onterechte verwijten van zijn manschappen. Hij zou tegen hen hebben kunnen uitvaren, wat zijn positie niet minder gevaarlijk zou hebben gemaakt. Hij zou hebben kunnen vluchten, waardoor hij in een volstrekt isolement was gekomen, met als resultaat volkomen ontgoocheling. Nu was dat niet het geval. Door zich op te trekken aan God was hij opgewassen tegen de situatie, kon hij omgaan met de verwijten, wist hij zijn mannen voor zich in te winnen en kreeg hij helderheid van geest, zodat hij wist wat hem te doen stond. Hij zag kans zijn mannen moed in te spreken en te motiveren de achtervolging van zijn vijanden in te zetten.

Trouw

Als de dimensie naar boven wegvalt, heeft een mens uiteindelijk innerlijk geen verweer tegen de lotgevallen van het leven. Om die reden houdt Albisetti zijn lezers en vooral de jongeren voor: ‘Wees zuiver van hart, wees oprecht, leef met God, houd de band naar boven open. Ik vertel het jullie, als psychiater die het leven een eind achter de rug heeft, dat is het beste wat je kunt doen!’

Albisetti wéét dat dit niet meevalt. Hij wijst op twee dingen. Jongeren zijn voortdurend aan prikkels onderhevig. Door de social media is er sprake van voortdurende onrust, ze zorgen ervoor dat de de beleving van ruimte en tijd onnatuurlijk is geworden. Daar komt bij dat jongeren in een consumptiemaatschappij leven die hen elk moment voorhoudt dat ze de zin van het leven moeten zoeken in genot. Juist zo echter worden ze slaaf, slaaf van wat iedereen vindt en van hun begeerten, met als gevolg dat hun innerlijk leeg raakt en tot verval komt.

Daar komt bij dat wie zich niet laat meenemen in de maalstroom van de moderniteit niet begrepen wordt, weerstand oproept en tegenwerking ondervindt. Maar juist deze jongeren roept de auteur toe: ‘Houd vol! Je hebt een roeping. Het leven is maar kort, houd daarom rekening met de dood, juist ook als je jong bent, want juist dat maakt het leven waardevol. Je kijkt boven dit leven uit en over de grens ervan heen uit. Precies dat geeft aan dit leven een nieuwe dimensie. Je weet: ik ben hier niet voor niets, ik heb een roeping om vast te houden en te behartigen wat God aan goeds geeft en daar uitdrukking aan te geven. Dát maakt het leven rijk en de moeite waard. Dan komt wat God geeft tot zijn recht. En God is trouw.

Nog een Zaligspreking

Het komt precies overeen met wat Jezus in zijn laatste Zaligspreking zegt: ‘Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen (dat hier al oplicht bij Christus, HK). Zalig bent u als men u smaadt en vervolgt en door te liegen allerlei kwaad tegen u spreekt, omwille van Mij. Verblijd en verheug u, want uw loon is groot in de hemelen, want zo hebben ze de profeten vervolgd die vóór u geweest zijn.’

Wat de Here Jezus hier zegt is het geheim van Zijn eigen leven. Omwille van het Koninkrijk der hemelen diende Hij zijn Vader. Om dát uitdrukking op deze aarde bleef Hij trouw tot de dood. De weg van de Bergrede ging Hijzelf. Hijzélf is die weg! Op die weg brak Hij alle verzet en zelfs de kluisters van de dood. En met Pasen brak het Koninkrijk der hemelen, waarvan de glorie begon te schemeren in Galilea, ten volle door. Daardoor kunnen wij ons ‘versterken in de Here, ónze God’, in welke situatie ook. Dat geeft reliëf aan de titel van het boek van Valirio Albisetti: ‘Overwinnen in de moeilijkheden/uitdagingen’.

H. Klink, Hoornaar



[i] Il complesso di Telemaco, Milano, 2013

[ii] Zie 1 Samuël 30: 6

Dr. H. Klink

Dr. H. Klink

"Predikant in Hoornaar"